planten inventaris van Natuurpunt


startpagina     nieuws     foto's     kaarten     overheidsdiensten     juridisch    



Onderstaande planteninventaris werd op 27 mei 2006 opgemaakt door Johan Asselberghs van Natuurpunt afdeling Oude Spoorweg en op 12 juni 2006 overgemaakt aan de gemeentelijke bouwwdienst.

Alle foto's zijn afkomstig van het terrein.

De bijhorende "korte beschrijvingen in cursief" komen uit het boek :
"Nederlandse Oecologische flora: wilde planten en hun relaties"



Brief van Natuurpunt aan de gemeente :








Inventaris :

  • pitrus : talrijk verspreid
    "Pitrus gedijt op allerlei vochtige standplaatsen, maar vooral op verstoorde gronden die tenminste 's winters permanent onder water staan."
  • veldrus : 2-tal exemplaren gevonden tussen de biezenknoppen en de pitrus
    "Veldrus is een karakteristieke verschijning op plaatsen met een horizontale waterbeweging op geringe diepte. Het best groeit hij in terreinen waar de grond ook in de zomer drassig blijft of althans steeds vochtig. In riviergebieden komt de veldrus hoofdzakelijk voor aan oude sinds eeuwen afgesneden rivierarmen. Zijn standplaatsen zijn door hun drassigheid veelal zeer ongeschikt voor beweiding. In voedselrijkere milieus vindt men de veldrus met Kale jonker en moerasrolklaver. Hij komt ook vaak voor met Kattestaart" (allemaal soorten die werden gevonden).
  • snavelzegge : plaatselijk in groepjes talrijk
    "Groeit in natte weiden, greppels en moerassen liefst op kalk- en voedselarme zware natte veengrond. Ze behoort ontegensprekelijk als kensoort van het verbond der grote zegge of het magnocaricion : in mensentaal betekent dit dat indien deze soort nog voorkomt dit een nat dottergrasland is. Ze blijft vitaal zolang haar substraat tot aan de oppervlakte doordrenkt is en verdwijnt als eerste bij verdroging."


    Conclusie: door het feit dat de snavelzegge nog talrijk voorkomt op de meer schrale plekken in het grasland is dit een ontegensprekelijk bewijs dat het ganse jaar hier de grondwaterspiegel hoog staat!
  • scherpe zegge : op 1 plaats gevonden nabij riet- en liesgrasveld; overgang van schraler stuk naar rietruigte
    "Is een moeras- of oeverplant van voedselrijk en basenrijk binnen het overstromingsbereik van stilstaand en langzaam stromend water. Over het algemeen komt deze plant voor in gebieden aan de benedenloop van beken of kleine rivieren, op plaatsen die in de winter gedurende 4 tot 6 maanden tijdens het winterhalfjaar onder water staan. Aan de natte kant grenst ze meestal aan riet of liesgrasvelden" (het is precies daar waar we de enige planten scherpe zegge hebben gevonden)
  • blaaszegge : plaatselijk in groepjes talrijk
    "Groeit op zonninge tot halfbeschaduwde 's winters steeds onder waterstaande en 's zomers meestal droogvallende plaatsen op matig basenrijke en voedselrijke, zwak tot matig zure humeuse bodem. Hij komt meestal voor in afgesneden beken en kleine rivieren over het algemeen wordt haar standplaats gekenmerkt door gelaagdheid en watertype afkomstig van een beek of verrijkt door een leemlaag met daarop stagnerend regenwater die zich niet volledig met het grondwater vermengt. Blaaszegge komt vaak voor samen met moeraswalstro, holpijp (in zeer interessante milieus) of lidrus (in verstoorde milieus), Grote kattestaart en moerasstruisgras (allemaal soorten die werden gevonden) in relatief voedselrijke milieus, binnen overstromingsbereik van beken die en belangrijk deel door regenwater wordt gevoed vormt zij vaak gemengde vegetaties met scherpe zegge."
  • biezeknoppen : minder talrijk verspreid, vooral aanwezig op schrale stukken
    "Begeleidende plant van vochtminnende gemeenschappen op voedselrijkere zure en kalkarme grond."

  • moerasspirea : weinig, plaatselijk dominant

  • moeraswalstro : weinig
  • moerasstruisgras
  • veenwortel : verspreid algemeen

  • zomp-vergeetmijnietje : weinig

  • holpijp


  • echte koekoeksbloem : weinig

  • riet : plaatselijk zeer dominant
  • moerasrolklaver : plaatselijk dominant
  • lidrus : dominant

  • liesgras : plaatselijk dominant

  • koniginnenkruid : weinig

  • knikkende vossestaart : plaatselijk dominant
  • mannagras : weinig, plaatselijk zeer dominant
  • kale jonker : plaatselijk algemeen verspreid

  • moesdistel : plaatselijk algemeen

  • harig wilgeroosje : plaatselijk verspreid
  • zeegroene muur : plaatselijk algemeen

  • veldlathyrus : weinig

  • kattestaart : verspreid algemeen

  • moeraskers : weinig
  • witte dovenetel : weining
  • kropaar : weinig
  • fluitekruid : plaatselijk dominant
  • glanshaver : weinig
  • zevenblad : weinig
  • haagwinde : weinig, plaatselijk dominant
  • brandnetel : weinig, plaatselijk dominant
  • ridderzuring : weinig

  • gestreepte witbol : plaatselijk dominant
  • akkerdistel : plaatselijk dominant
  • groot hoefblad : weinig
  • grote vossestaart : plaatselijk dominant
  • smeerwortel : weinig

  • veldzuring : weinig

  • hondsdraf : plaatselijk dominant
  • smalle weegbree : plaatselijk algemeen
  • bereklauw : plaatselijk algemeen
  • scherpe boterbloem : plaatselijk verspreid
  • krulzuring : weinig, plaatselijk verspreid
  • kleefkruid : weinig
  • heggewikke : plaatselijk verspreid
  • reukgras : plaatselijk dominant
  • gewone hoornbloem : weinig
  • ringelwikke : weinig, plaatselijk dominant
  • slipooievaarsbek (slipbladige ooievaarsbek) : weinig
  • grasmuur : weinig, plaatselijk algemeen
  • knoopkruid : weinig, plaatselijk verspreid

  • fiorintgras : plaatselijk algemeen
  • rode klaver : weinig
  • bastaardwederik : weinig
  • speerdistel : weinig
  • grote weegbree : enkele exemplaren
  • rood zwenkgras : plaatselijk algemeen

  • pinksterbloem : verspreid
  • duizendblad
  • Verder troffen we hier ook nog aan :
    • bruine kikker

    • lantaarntje